“Opleiding is de sleutel tot succesvolle implementatie van evidence-based behandelingen”
24/5/2022Voorzitter Maartje Schoorl van de Opleidingsraad maakt zich al jaren hard voor een betere verbinding tussen wetenschap en praktijk. In haar oratie als bijzonder hoogleraar vergeleek ze opleidelingen onlangs met kinderen van gescheiden ouders: ‘vader praktijk en moeder wetenschap’. Binnen Programma APV is door een brede vertegenwoordiging van het veld het afgelopen jaar hard gewerkt aan adviezen om de verbinding tussen wetenschap en praktijk via de opleiding te verbeteren.
Schoorl is sinds mei 2020 bijzonder hoogleraar Psychologische Beroepsopleidingen in de Geestelijke Gezondheidszorg met nadruk op evidence-based interventies aan de Universiteit van Leiden. Op 29 april 2022 sprak ze haar oratie uit, met de titel ‘De sterkste schakel! Opleiding verbindt wetenschap en praktijk’. “Mijn leeropdracht betreft de professionele opleidingen binnen de geestelijke gezondheidszorg, met bijzondere nadruk op evidence-based interventies. Hoe kunnen we de implementatie van evidence-based interventies verbeteren via de opleidingen?”
Gemiste diagnose Rode draad van haar oratie was haar werk met en voor patiënten met PTSS door jeugdtrauma. De behandeling van die groep patiënten is verre van optimaal, stelt Schoorl. Onder meer doordat het ziektebeeld door behandelaars lang niet altijd wordt opgemerkt. “Uit internationaal onderzoek blijkt dat bij maar liefst 18-39% van de mensen die zich melden in de GGZ, PTSS niet wordt herkend. Dat betekent dus dat het bij de eerste stap al vaak misgaat. Naar de reden van deze onderdiagnostiek is het gissen. In de richtlijn Psychiatrische Diagnostiek staat dat psychiaters vaak onvoldoende doorvragen bij over trauma’s en al snel concluderen dat cliënten niet stabiel genoeg zijn om trauma’s te bespreken. Dit geldt mogelijk ook voor psychologen.”
Meer aandacht voor diagnostiek Ook worden cliënten met jeugdtrauma volgens Schoorl niet volgens de laatste wetenschappelijke inzichten behandeld. Ze deed onderzoek naar drie behandelingen van PTSS. Dat onderzoek, de zogeheten IMPACT-studie, wees uit dat die drie behandelingen juist heel effectief zijn. Schoorl pleit ervoor dat er in de opleidingen meer aandacht komt voor diagnostiek van psychotrauma en voor vaardigheden om door te vragen naar traumatische gebeurtenissen, zodat gerichte behandeling sneller van de grond kan komen.
Gat in tijd en inhoud Een ander probleem waar ze in haar oratie over sprak is het gat tussen de master psychologie en de post-masteropleiding tot klinisch psycholoog. Een gat in tijd – tussen beide opleidingen is nu een wachttijd van zeven jaar – maar ook in inhoud. “Gedurende de wachttijd werk je als masterpsycholoog of -pedagoog wel in de praktijk en volg je allerlei opleidingen om je kans op toelating tot de Gz-opleiding te verhogen. Het gevolg van dit leertraject is dat de opleideling wel wat lijkt op een kind van gescheiden ouders: van vader praktijk en moeder wetenschap.”
Advies Programma APV Schoorl vervolgt: “De scheiding is bovendien niet zonder kleerscheuren verlopen. Het kind krijgt van zijn Alma mater een academische basis mee, maar gaat daarna jarenlang wonen bij vader Praktijk. Overleg tussen beide ouders is er zelden, en het kind lost het loyaliteitsconflict vaak op door te kiezen voor de ouder bij wie het inwoont. In de BIG-opleiding, als het ware op kamers, komt tante Hoofdopleider ineens in beeld; zij probeert alsnog het goede van vader en moeder samen te brengen. Maar dat leidt vaak tot frustratie bij het kind, dat zich senang voelt in de praktijk en moeder niet echt denkt te missen.” Binnen fase 1 van Programma APV is met alle betrokken veldpartijen een advies ontwikkeld om het gat op te lossen. Na instemming van de minister van VWS gaat dit jaar fase 2 van start, dat zich richt op de uitvoering van de adviezen.
Betere verbinding Ook inhoudelijk wordt binnen en buiten Programma APV volop gewerkt aan een betere verbinding tussen wetenschap en praktijk. Schoorl: “In de opleiding ligt de sleutel tot succesvolle implementatie van evidence-based behandelingen. Daar kunnen wetenschap en praktijk op natuurlijke wijze samenkomen. Via de opleiding kunnen resultaten van onderzoek worden geïmplementeerd. En andersom kunnen ervaringen met het toepassen van evidence-based interventies leiden tot nieuwe, klinisch relevante onderzoeksvragen. Met als uiteindelijke doel: de kwaliteit van zorg verbeteren.”
Lees de oratie van prof. dr. Maartje Schoorl